Interview Parool — 25 november 2023
Tekst Jim Jansen / Beeld Getty images
Eigenlijk was cardioloog Leonard Hofstra niet meteen overtuigd toen collega Erik Scherder, hoogleraar neuropsychologie, hem vroeg mee te schrijven aan een boek over hoop voor hart en hersenen. “We hadden samen al een prachtig boek geschreven, Hart voor je brein. Niet alleen verkocht het boek heel goed (30.000 exemplaren), het was ook een fijne samenwerking, waar we veel plezier aan hebben beleefd. Toen hij met dit onderwerp kwam, vroeg ik me oprecht af of er genoeg studies zouden zijn om ‘mijn deel’ mee te vullen. Wij diagnosticeren en behandelen hart- en vaatziekten, wij plaatsen stents en opereren hartkleppen. De zachte kant, denk aan stress, bestaanszekerheid en optimisme, is voor veel dokters een blinde vlek. Toen ik erin ben gedoken, kwam ik erachter dat er een wereld aan studies is over dit onderwerp.’
Scherder: “Tijdens covid was er veel negatieve berichtgeving. Noodzakelijk zeker, maar soms echt onnodig veel. Het perspectief verdween bij steeds meer mensen, mede omdat er sprake was van uitstel van versoepelingen. En als je geen perspectief hebt, verdwijnt de hoop en wordt het leven heel lastig. Perspectief is verwachting, daardoor maak je dopamine aan, en als je het doel hebt gehaald, word je beloond en krijg je een goed gevoel. Dat gebeurde steeds minder, terwijl de mensen wel werden overspoeld met nieuwe uitbraken en berichten over een grote hoeveelheid slachtoffers.”
Hofstra: “Door covid zijn we door een andere lens naar gezondheidsongelijkheid gaan kijken. Als je in een slechte wijk woont of bijvoorbeeld een migratieachtergrond hebt, eet je gemiddeld slechter, zijn er meer rokers en leven mensen ongezonder. Deze groep mensen had een veel grotere kans op de IC te belanden. Die kloof trof ons echt in het gezicht en was voor Erik de motivatie om het project voor te stellen.”
“...hoop is iets waar je je echt voor moet willen inspannen.”
Hofstra: “Ik ben megaslecht in zelfreflectie en leef vooral op mijn intuïtie. Maar bij hoop in de spreekkamer denk ik aan warmte geven aan een patiënt en er alles aan doen om vertrouwen te creëren voor de patiënt. Dokters zijn vaak geneigd een afspraak te beginnen met medische en technische verhandelingen. Ik zoek meer de verbinding. Dan landt het nieuws makkelijker en dat wekt vertrouwen, en dat geeft weer hoop.”
Scherder: “Ik hanteer meerdere definities. Als mens hoop ik dat Ajax weer gaat winnen en het eindelijk ophoudt met regenen, maar dat is meer een wens. Ik heb daar geen invloed op. Een andere definitie is: hoop is een doel dat moeilijk te behalen is; de wegen ernaartoe zijn deels bekend, maar deels ook niet, er zullen onverwachte hobbels komen. Dat betekent dat iemand echt veel moeite moet doen om dat doel te bereiken. Met andere woorden, hoop is iets waar je je echt voor moet willen inspannen.”
Hofstra: “Als ik iemand in mijn spreekkamer krijg die net een hartinfarct heeft gehad, kan hij natuurlijk bij de pakken neer gaan zitten en wachten op de volgende. Ik leg hem uit dat hij het moet zien als een wake-upcall. Mensen komen in een nieuwe fase; vaak is dit voor hen het moment om bijvoorbeeld te stoppen met roken.”
“Je kunt ook aan het einde van de dag een lijstje maken met alle dingen die wel goed zijn gegaan en die leuk waren”
Scherder: “Dat komt omdat je er echt moeite voor moet doen. Je hebt een doel voor ogen, werkt er hard voor, je voelt dat je het echt wil en dan de power hebt om erdoorheen te komen. Dan werkt het ook echt. Vergelijk het met het fenomeen optimisme, dat je ook echt kunt trainen. Natuurlijk kun je beweren dat je een vervelend leven hebt, maar je kunt ook aan het einde van de dag een lijstje maken met alle dingen die wel goed zijn gegaan en die leuk waren.”
Hofstra: “Mensen die een infarct hebben gehad, zijn natuurlijk bang dat het opnieuw gebeurt. Ze moeten wennen aan de nieuwe situatie en we willen natuurlijk dat de kans op recidief vermindert. Daarin hebben ze zelf een grote rol. Veel bewegen, stoppen met roken, op tijd naar bed en überhaupt een gezonde leefstijl aannemen. Een klein project dat ik zelf nu organiseer is Run with the Doctor. Samen met een hardlooptrainer sporten we nu met een groep patiënten die een hartinfarct heeft gehad.”
Scherder: “Neem het fenomeen humor, dat ik hier niet onvermeld wil laten. Humor zorgt onder andere voor vaatverwijding. Die bloedvatverwijding is gunstig voor de bloeddoorstroming naar je brein. Maar ook: als je lacht, dan zijn daar heel veel neurale netwerken bij betrokken, het is een enorme hersenactiviteit die netwerken activeert die bijvoorbeeld je pijn remmen. Er is dus allemaal winst te halen.”
Scherder: “Daar heb je helemaal gelijk in en dat herkennen we ook. Maar dan kun je toch altijd nog iets bieden. ‘We kunnen u helaas niet meer beter maken, maar we zullen er alles aan doen om het overlijden pijnvrij te laten verlopen.’ Ook dat soort gesprekken kunnen leiden tot stressreductie bij de patiënt.”
“Als je mild optimistisch bent, is het leven veel leuker”
Hofstra: “Als je mild optimistisch bent, is het leven veel leuker. Dat lees je ook terug in het boek. Dat was ook de boodschap in Hart voor je brein, waar we overigens ook uit bepaalde hoeken kritiek op kregen, omdat het soms voor groepen moeilijk was om te lezen. Dat hebben we ter harte genomen en online kunnen mensen voordat ze het boek lezen een test doen over onder meer hun veerkracht en welzijn. Met deze tool, de HOOP scan, geven we hen ook tips en tricks hoe ze die zaken kunnen verbeteren. Als ze het boek uit hebben, kunnen ze opnieuw een online test doen. Eigenlijk kun je dit boek zien als het begin van een beweging waar mensen nadenken over hun leefstijl.”
Scherder: “Zelf ben ik optimistisch en is mijn glas altijd halfvol. Als je kijkt naar de studies van Leonard, zie je ook dat mensen die er positief in staan, langer leven. Maar als je mild pessimistisch bent, vermijd je risico’s, wat ook gezondheidsvoordelen kan opleveren. Dus de gezondheidseffecten van mild pessimisme en mild optimisme zijn wellicht wel hetzelfde. Maar dan wint wel het milde optimisme, want daardoor heb je een vrolijker leven.”
Hofstra: “Het is hoe je ernaar kijkt, omdat er twee kanten aan zitten. Als je structureel in een val zit, omdat je in een slechte wijk woont met veel criminaliteit, en ook nog eens geen werk hebt – wie ben ik dan om te beweren dat je hoop moet houden. Maar als ik naar mezelf kijk – opgegroeid in de Emmense wijk Angelslo – dan laat dat zien dat het ook anders kan. In dezelfde wijk woonden mensen die rechtstreeks uit de Veenkolonie afkomstig waren met een lage sociaal-economische status. Ook wij hadden het zeker niet breed, maar elk jaar ging het net iets beter. Mijn ouders verdienden steeds wat meer, de vakanties werden net iets beter en de auto net iets groter. Als het leven steeds een klein beetje beter wordt, is het makkelijker om hoop te hebben.”
Scherder: “Ik vind dit een moeilijk vraag, waar ik geneigd ben ja op te zeggen, want hoop doet leven. Maar dat is ook een ongekende dooddoener, want er zijn ook situaties te bedenken dat er eigenlijk geen hoop meer is. Zelf ben ik een tobber die veel piekert. In die situatie zoek ik naar een uitweg met een positieve kant. Dat is mijn copingmechanisme, waardoor alles net iets leuker wordt.”
Ontdek in 10 minuten jouw kwaliteiten op het vlak van humor, ontspanning, optimisme en positiviteit. En krijg handvatten om met dé vier krachten jouw welzijn en veerkracht te vergroten.